Het surrealisme; het doorbreken van de burgerlijkheid
Het surrealisme heeft een grote invloed gehad op de kunstwereld, waarbij het uiteindelijk artiesten als Jackson Pollock inspireerde tot zijn werk. Artiesten als Salvador Dali, Max Ernst en Joan Miró wisten als geen ander de fantasie en de droomwereld om te zetten in kunst, waarbij de ultieme vrijheid van denken gerealiseerd werd. Het uiteindelijk doel, het denken veranderen om onder andere oorlogen te voorkomen, werd echter helaas niet gehaald.
De oorsprong van het surrealisme
Het surrealisme ontstond uit het vroegere dadaïsme. Deze stroming werd ontwikkeld rond 1916, met een oorsprong in Zwitserland, en zorgde voor een ware revolutie in het denken en doen rondom kunst; men wilde in het dadaïsme de standaard rondom kunst uitdagen en omgooien. Een van de beroemdste dadaistische werken is dan bijvoorbeeld ook de wc-pot die werd ingeleverd als stuk voor een expositie.
Dit dadaïsme was de grond waaruit het surrealisme ontstond. In de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, waar veel kunstenaars Parijs aandeden of daar bleven, ontstond onder leiding van André Breton een nieuwe visie. Hij dacht dat de gevestigde orde, het paradigma van die tijd, de oorzaak was van de Eerste Wereldoorlog. Juist de beperkte kaders die het denken van de mens beknotten, moesten worden omgeworpen om te laten zien dat er nog een veel bredere manier van denken en handelen is dan dat het paradigma van de tijd toeliet. Dit is de essentie van het surrealisme; het was een stroming die zich bezig hield met zaken die boven het realisme uitstegen.
Ideeën van het surrealisme
Vrijheid en verzet tegen de burgerlijke werkelijkheid werden dan ook speerpunten van het surrealisme, waarbij men zich al gauw liet leiden door de psychologie van Sigmund Freud. Men ziet de psychologie van Freud, welke zich veel met het onderbewuste en de droomwereld bezighoud, ook veelvuldig terugkeren in de schilderijen van de beroemde surrealisten, zoals Salvador Dali.
Kalligrafische en veristische surrealisten
Het surrealisme is echter niet te vangen in één vaste stroming, men had de kalligrafische surrealisten en de veristische surrealisten. De laatsten schilderden vooral droombeelden in een zeer precieze stijl. De kalligrafische surrealisten hielden zich echter met name bezig met het schilderen van plotselinge ideeën, om deze te kunnen vangen op het doek of in beelden. Onder de veristische surrealisten kunnen we schilders als Dali scharen, terwijl Miró juist meer een kalligrafische inslag had. Max Ernst valt juist weer tussen beide groepen in, enkele schilderijen neigen meer naar de veristische richting en enkele meer richting de kalligrafische richting.
Het onderbewuste
Zeer belangrijk bij de surrealisten was de inhoud van het werk, wat zich bijna altijd richtte op het onderbewuste dat een grote rol speelt, ook in de werkelijkheid. De vrijheid die men zich hierbij veroorloofde, herleidde men rechtstreeks naar de vrijheid die kinderen ervaren; alleen deze konden volgens de surrealisten daadwerkelijk verbeelding met realiteit vermengen.
surrealistische geschriften en films
Het waren niet alleen schilderijen en beelden welke door de surrealisten geproduceerd werden; ook enkele schrijvers en dichters hielden zich aan de principes van het surrealisme. De bekendste hiervan is wellicht André Breton, welke als een van de belangrijkste surrealisten geldt, als oprichter van de surrealistische groep. Zij schreven zo direct mogelijk op papier waaraan ze dachten en veranderden het daarna niet meer, dit zou de integriteit van de oorspronkelijke gedachte immers aantasten.
Het relatief nieuwe media "film" werd ook veelvuldig gebruikt door de surrealisten; hiermee konden veel effecten gerealiseerd werden, echter wel tegen torenhoge kosten. Echte successen zouden de films nooit worden, hoewel artiesten als Salvador Dali toch een flink aantal films geproduceerd hebben.