Kunst en de ontwikkeling van kunst
Voor zover we weten heeft de mensheid zich al zeer vroeg in de ontwikkeling omringt met kunst. Zo kennen we de grotschilderingen van bijvoorbeeld. Sulawesi in Indonesië van 40.000 jaar oud of de grotschilderingen in Frankrijk in de Grotte Chauvet Pont d’Arc. Ook weten we van geen enkele groep mensen, hoe geïsoleerd ze ook geleefd hebben, die geen vorm van kunst hebben. Dit moet toch wel aangeven dat kunst in ons bestaan als mensen een belangrijke rol heeft gespeeld en nog steeds speelt. Maar wat is kunst en hoe ontwikkelt kunst zich?
Van realisme naar abstract
Van de grotschilderingen tot aan de prachtige schilderijen van een Rembrandt of Van Gogh, kunst was in veel gevallen bedoeld als een representatie van een werkelijkheid of een herkenbare representatie van een legende/fantasie/wens. In veel moderne kunst zien we echter de link met dergelijke schilderijen uit vervlogen tijden niet meer terug. Als we kijken naar schilderijen met vlakken en strepen, kunnen we daar moeilijk een wekelijkheid achter voorstellen. Is dit dan nog wel kunst, is een veelgestelde vraag. Zijn schilderijen die er niet moeilijk uitzien om te maken en die geen link met de werkelijkheid of ons voorstellingsvermogen hebben, nog wel kunst? Zijn we niet te ver doorgedreven in het vervlakken, verpakken en vermommen van de bedoelingen van de kunstenaar in abstractie?
Waarom hebben we nu abstracte kunst?
Vragen naar de waarheid van kunst kennen eigenlijk geen ander antwoord dan wat de toeschouwer er van vindt. Is iets kunst? Dat bepalen wij met zijn allen als gemeenschap. Schijnbaar zit er dan dus toch iets in de verre abstracte kunst dat ons aantrekt, iets dat ons toch verbindt met het doel van de kunstenaar. Komt ook dat misschien uit ver vervlogen perioden, waarin kunst ook met ver geabstraheerde symbolen bestond? Ook hier weten we geen antwoord op. Is het misschien de uitvinding van het fototoestel waardoor we realistische kunst minder waarderen en abstracte kunst meer? Daar zit wellicht een kern van waarheid in. Niet alle kunst uit vroeger perioden is immers gemaakt met het doel om te verheffen; in veel gevallen werd kunst gewoon in opdracht gemaakt om een portret van iemand te hebben, op dezelfde wijze waarop we nu graag een foto van iemand willen hebben. Denk ook aan de nachtwacht van Rembrandt; dit schilderij is niet zozeer bedoeld als kunst, maar meer als groepsportret van een vereniging. Tegenwoordig zouden we een foto maken.
De ontwikkeling van kunst
De noodzaak van een realistische weergave is dus vervlogen, wat ruimte biedt voor ons onderbewustzijn, ons instinct, ons intellect en onze gevoelens. Kleuren roepen emotie op, vormen roepen emotie op, posities, geluiden, reliëf en symbolen beïnvloeden ons. Een abstract schilderij hoeft dus niks na te bootsen om een impressie te creëren; er hoeft geen schorpioen geschilderd te zijn om angst op te roepen, er hoeft geen bloem geschilderd te worden om rust op te roepen. Abstracte kunst kan ons beïnvloeden zonder een realistische weergave en weet ons te blijven boeien dankzij het gemis aan een realistische weergave. Steeds verder kunnen we ons verdiepen in het onrealistische en steeds meer kunnen we voelen en denken bij hetzelfde abstracte aangezicht. Kunst heeft zich daarmee dus zeker niet verarmd, maar ontwikkeld.